Onze BLOG

Om up-to-date te blijven van alle nieuwe ontwikkelingen houden we alle nieuwtjes in het oog.

Laatste nieuwtjes

 

Over taaldenken en beelddenken – Deel 1

Een inleiding

Veel mensen denken voornamelijk verbaal. Dit is denken in taal (woorden en zinnen). De beelden die zij zien zijn alleen illustratief en ondersteunend voor de manier waarop zij denken. Deze manier van verbaal denken kun je ‘taaldenken’ noemen.

Er zijn echter ook mensen die de taal (woorden en zinnen) in eerste instantie niet als denktaal gebruiken. Zij houden vast aan het denken in beelden, ze denken op een non-verbale manier. Dit wordt door de meeste mensen beelddenken genoemd. In de wetenschap wordt beelddenken ‘het visuele leersysteem’ genoemd.

Bij de meeste mensen ontstaat er uiteindelijk een evenwicht tussen het beeld- en taaldenken, maar ieder mens behoudt wel degelijk een voorkeur. Deze voorkeur bepaalt hoe wij de rest van ons leven informatie opnemen en verwerken.


Beelddenken vs. Taaldenken

Onze dagelijkse communicatie bestaat voor het merendeel uit non-verbale communicatie. Daarom begrijpen kinderen elkaar ook zo goed. We zijn immers allemaal geboren als 100% beelddenker. In de wetenschap ook wel ‘het visuele leersysteem’ genoemd. We nemen als baby alles zintuiglijk waar, zonder taal. Door te zien, te horen, te ruiken, te proeven en te voelen, neemt een baby nieuwe informatie in zich op. Zonder woorden maak je als baby je moeder duidelijk dat je honger hebt. Gewoon door te huilen.

Beelddenken is een oorspronkelijk proces. Een manier van leren en communiceren zonder taal. In de loop van de jonge jaren leren mensen de taal, oftewel het talig leersysteem (het taaldenken), aan. Praten, luisteren, je boodschap overbrengen in woorden. Taaldenken is een aangeleerd proces en exclusief voor mensen. Taal leer je van je omgeving: je ouders, je vrienden, maar vooral ook op school, het taalinstituut bij uitstek!

 

Van nature

Jonge kinderen zijn van nature dus beelddenkers. Ze zijn intuïtief, denken in beelden en gebeurtenissen, hebben een levende fantasie en zijn associatief en houden graag het overzicht. Ze werken vanuit het geheel, zien altijd de overeenkomsten en willen graag weten waarom iets is zoals het is.

Het ruimtelijk kijken naar de dingen, het doen, ervaren staat centraal. Alles gebeurt driedimensionaal. Het kind zit als het ware in het beeld zelf en doet mee. Nieuwe informatie wordt visueel opgenomen. Het luisteren is van nature minder actief en beeld ondersteund dat wat gehoord moet worden. In de kleuterklassen wordt hier rekening mee gehouden. 

Alle eigenschappen van beelddenken krijgen de ruimte, maar er wordt tegelijkertijd flink geoefend met de eigenschappen van het taaldenken, zoals het luisteren en  het kijken naar verschillen en details. Juist dát gebeurt niet van nature.

Bron: Stichting Kind in Beeld

Even terug naar de cursussen?